Voer de volgende regel in het gedeelte "Aliasdefinities" in:
Klik op Opslaan om het bestand op te slaan.

Klik op de X in de rechterbovenhoek van het gedit-venster om het te sluiten.

Hetzelfde bestand moet worden gewijzigd voor de rootgebruiker. Voer hiervoor de volgende regel in bij de prompt.
Typ het wachtwoord wanneer daarom wordt gevraagd en druk op Enter.

Als je vergeet het gedit-commando hierboven vooraf te laten gaan met "sudo", zie je het volgende bericht in gedit. Sluit gedit en voer het bovenstaande commando opnieuw in, beginnend met "sudo". Bewerk het bashrc-bestand voor de rootgebruiker op dezelfde manier als hierboven beschreven, sla het bestand op en sluit gedit.

Als u nu een bestand verwijdert met de opdracht "rm", verschijnt er een bevestiging om er zeker van te zijn dat u het bestand wilt verwijderen. Druk op “y” om het bestand te verwijderen, of op “n” om het te behouden.

Wanneer u “rm –r” invoert om een map te verwijderen, krijgt u ook de bevestiging.
Deze eenvoudige beveiliging kan je systeem redden als je per ongeluk een belangrijk bestand of map verwijdert.